Dat een eeuw geleden een apotheker zich met veel meer bezighield dan geneesmiddelen blijkt uit de aflevering van deze week welke de keuring van zilvervliesrijst (afbeelding) behandelt. Het Scheikundig Laboratorium te Weltevreden (Indonesië) voerde deze keuring uit en bekend was toen reeds dat deze zilvervliesrijst belangrijk was voor het voorkomen van beri-beri. Door middel van de bepaling van het fosfordioxide (P2O5) kon de graad van de afwerking van de rijst, c.q. de mate van verwijdering van het zilvervlies, bij benadering worden vastgesteld. Het zou tot 1926 duren vooraleer in het vlies vitamine B1 werd aangetoond dat toen Aneurine werd genoemd.
Nog meer levensmiddelenchemie treffen we aan in een bijdrage over de zwavelzuurreactie op levertraan. Daarbij gaat het dan op de nog onbeantwoorde vraag of de daarbij ontstane violette kleur een indicator is voor het gehalte aan vitamine A in de levertraan.
Ook toen reeds moesten apothekers voor de rechtbank verschijnen voor al dan niet vermeende bereidingsfouten. Zo lezen we nu over een pilocarpine oogdruppelflesje dat bij de patiënt een ontsteking in het oog teweegbracht. Nader onderzoek leerde toen dat de inhoud van het flesje naar ammoniak rook, en spiritus, anijsolie en ammoniak bleek te bevatten. Niet aangetoond kon worden dat hier sprake was van een foutieve bereiding dan wel dat er “in het gesticht wat met het fleschje gebeurd was”. Uiteindelijk werd de hulp-apotheker in deze zaak vrijgesproken.