17 Januari 1925 – Entourage avant la lettre

Het entourage-effect, een term uitgevonden eind vorige eeuw, suggereert dat de verschillende werkzame bestanddelen in een complex plantenextract synergetisch kunnen werken, wat betekent dat de effectiviteit van het volledige extract beter kan zijn dan die van een enkel zuiver bestanddeel. Dit komt doordat de verschillende stoffen elkaar versterken, moduleren of zelfs de bijwerkingen van elkaar verminderen. Anno 2025 wordt dit effect door sommigen van belang geacht voor de werking van cannabis, maar honderd jaar geleden werd daaraan ook al waarde gehecht. Dus niet simpel morfine voorschrijven maar liever “Hydrochloras Alcaloideorum principalium Opii” uit de 5e Nederlandse Farmacopee uit 1926, waarover we in deze PW-aflevering lezen. In dit preparaat treffen we, behalve 50% morfine, ook narceine, thebaine, codeine, papaverine, en narcotine aan.  Het was ook verkrijgbaar in de handel als Pantopon (afbeelding) voor intraveneus gebruik.

Melding wordt gemaakt in deze aflevering van de “uitvinding van een nieuw export-artikel in Brits-Indië, namelijk de levering van honderden apen aan Duitschland en Engeland ten behoeve van de behandeling van patiënten aldaar. De nieuwe handel is onlangs begonnen en neemt snel toe. Kort geleden zijn met een Duitsch stoomschip 500 apen verscheept, terwijl er nu weer honderd op verscheping wachten. De apen komen voornamelijk uit het district Lucknow”.

10 Januari 1925 – Nicotine drama

De Duitsche scheikundige dr. Joseph Born , de uitvinder van de kunstmatige bereiding van nicotine is dood gevonden in Kensington Gardens. Op zijn lijk werd een briefje gevonden met de woorden “Is het niet komisch, dat ik door mijn eigen uitvinding moet sterven?”. Born was, na in het laboratorium in Utrecht de uitvinding te hebben voltooid, naar Engeland gegaan om deze te verkoopen aan een Engelse firma, die zijn reis had betaald en nog een bedrag van £ 2000 beloofde indien de demonstraties een goeden uitslag zouden hebben. Born bezat echter in het geheel geen geld meer en voordat de experimenten waren geëindigd, en nadat hij met zijn gezin uit hun woning was gezet, pleegde hij zelfmoord.

In de rubriek “Personalia” lezen we de aankondiging van de indiensttreding van mejuffrouw A.S.C. Meijer als apotheker bij de N.V. Philips Gloeilampenfabriek te Eindhoven. Deze apotheek was gevestigd in de Philips Polikliniek en was een onderdeel van de Philips Medische Dienst (afbeelding), waarmee in 1909 werd gestart en welke wordt gezien als de bakermat van de bedrijfsgeneeskunde in Nederland.

Na eeuwen Russische overheersing werd Estland in 1920 dan, met instemming van Lenin, onafhankelijk; en dat betekende ook dat de Estse pharmacie zelfstandig werd, zo lezen we vandaag. De Russische pharmaceutische erfenis werd gekenmerkt als een “chaos waarvoor heel wat beleid nodig zou zijn om daarin regel te brengen”. Het toezicht op apotheken was in Rusland in handen van medici en was ongunstig voor apothekers. Daarom streefden de Estse apothekers naar een zelfstandig pharmaceutisch departement. Een probleem was ook dat 4 jaar na de verzelfstandiging nog steeds werd gewerkt met de 6e Russische Farmacopee.

3 Januari 1925 – Wijn als geneesmiddel

“In het algemeen kunnen we wel zeggen, Bordeaux en Sherry, als uitgegiste wijnen, met zorg gewonnen en behandeld, het meest geschikt voor zieken te vinden, maar in bijzondere gevallen zal de dokter de voorkeur geven aan Malaga, Tokayer, Port, Champagne of een andere wijn”. Zo lezen we in deze eerste PW-aflevering van 1925 waarin we een verhandeling aantreffen over de nieuwe concept-monografie van Vinum  in de pharmacopee. Meer bepaald gaat het daarbij om het schrappen van de “Malaga-bepaling”. In de 3e editie (1889) was namelijk bepaald dat medicinale wijnen malaga-wijn als basis dienden te gebruiken, en inderdaad blijkt in de 4e editie (1926) dat de malaga-wijn was vervangen door sherry. Maar liefst 7 voorschriften voor medicinale wijnen werden in 1889 in de pharmacopee opgenomen, waaronder Vinum Opii aromaticum, beter bekend als Laudanum liquidum Sydenhami en aldus vernoemd naar de Engelse geneesheer Thomas Sydenham als bedenker ervan. En nog in 1976 verscheen de uitgave “Franse wijn als medicijn” van de hand van de Franse (what else) arts Maury (afbeelding).

Ook wordt bericht over “zoogenaamde vanillevergiftigingen” waarvoor zelfs de naam vanillismus was bedacht.  De eerste melding van deze ziekte betrof een vergiftiging in 1825 van ruim 100 personen welke in het Café Royal te Parijs vanille-ijs gegeten hadden en die ziek werden met cholera-achtige verschijnselen. Echter, de latere gevallen van vanillismus, die uitsluitend na het gebruik van melk- en meelspijzen bleken voor te komen, hebben de verdenking verlegd van vanilline als oorzaak naar in deze spijzen aanwezige paratyphus-bacillen.

27 December 1924 – Skandal im Sperrbezirk

“Een telegram uit Christiania meldt dat er een sensationeel schandaal bezig is zich te ontwikkelen in verband met ongeoorloofden drankhandel. Er zijn meer dan honderd apothekers bij de zaak betrokken. Uit het voorloopig onderzoek der politie is gebleken, dat onder de klanten, die ongeoorloofden drank ontvingen, Ministers en Kamerleden zijn”.  Christiania is een oudere naam van de stad Oslo die in 1040 werd gesticht met de naam Anslo. Na een verwoestende brand in 1624 werd de stad elders, dichterbij het naburige kasteel Akershus, herbouwd en ter ere van Koning Christian IV voortaan Christiania (afbeelding) genoemd.  In 1925 werd de stad weer de oorspronkelijke naam teruggegeven nadat het oude dorp Anslo in de sterk uitgedijde stad weer werd ingesloten. 

In het Klinische Wochenschrift  wordt een acute vergiftiging beschreven van een Duits gezin waarin alle leden (5 volwassenen, 2 kinderen en 1 zuigeling) ziek werden doordat bij het broodbakken natriumbromide in plaats van natriumchloride was gebruikt. Het gezin was dat van een apotheker en men had voor de keuken zout uit de apotheek laten halen, omdat dit in kruidenierswinkels moeilijk te krijgen was. In het magazijn der apotheek echter stonden de voorraden van natriumchloride en natriumbromide naast elkaar en door een vergissing was het verkeerde zout meegegeven.

20 December 1924 – Internationale apothekers-adsistenten

Tijdens een congres van apothekers-adsistenten op 2 November 1924 te Praag, met deelnemers uit Duitsland, Oostenrijk en Czecho-Slovakije,  werd besloten tot de oprichting van een internationalen apothekers-adsistentenbond waarvan tot voorzitter werd aangewezen apotheker Erich Peiser te Berlijn. De bond wilde de sociale en financieele positie der adsistenten verbeteren, maar wilde zich onthouden van alle politieke, nationale of religieuze vraagstukken. Het gebruik van de, nu vreemde, term adsistent is tot in de 20e eeuw volop in gebruik gebleven en gaandeweg vervangen door de huidige term assistent.

Nu is het gebruik van strontium bromide in de geneeskunde verdwenen maar toen werd het zout intraveneus toegepast om röntgenfoto’s van het vaatsysteem te maken. Maar getuige een waarschuwing van Merck in November 1924 bleek dat strontiumzouten in de handel vaak barium bevatten en, omdat bariumzouten vergiftig zijn, is het noodzakelijk om de strontiumzouten steeds te onderzoeken op aanwezigheid van barium. Niet in de vergetelheid geraakt is de herkomst van de naam van het element strontium, dit dankt zijn naam aan het dorp Strontian (foto), in het westen van Schotland, waar strontiumhoudende materialen voor het eerst werden ontdekt in de 18e eeuw.

13 December 1924 – The Vitamins were born

Vandaag aandacht voor den 9den Pharmaceutendag op 11 November 1924 gehouden in het Laboratorium voor Artsenijbereidkunde der Universiteit van Amsterdam. Vrijwel die gehele dag was gewijd aan concepten van de Pharmacopee-commissie met achtereenvolgens een pharmacog-nostisch deel, een deel over sterilisatie (waarin asbestfilters  – afbeelding –  werden geïntroduceerd), en delen over extracta, sirupi, tincturae en unguenta. Aan deze dag werd door maar liefst 80 apothekers deelgenomen hetgeen gezien het toenmalige aantal NMP-leden ( 709 ) een goede opkomst mag heten. Dat zoveel apothekers zich toen druk maakten over de farmacopee; nu is het een boek zonder enige relevantie voor de gemiddelde apotheker. In de laatste Geneesmiddelenwet (2007) is de eerdere verplichte aanwezigheid ervan in de apotheek daarom ook geschrapt.

In die tijd werd in het Pharmaceutisch Weekblad ook wel aandacht besteed aan literaire uitingen die enig raakvlak met de pharmacie kenden. Zo werd in deze aflevering een gedicht weergegeven, overgenomen uit het Brits humoristisch-satirisch magazine Punch (verschenen van 1841 – 2002), met als titel “Dirge of vitamins” (Klaagzang der vitamines) waarvan ik hier één strofe weergeef:

Ten years ago, or twelve, it reached our knowledge,

Being reported in The Morning Dope,

That some preceptor of a Science College

Had seen strange doings through his microscope;

That night, between the even and the morn

The Vitamins were born.

29 November 1924 – De zoon des huizes

Deze week treffen we in de rubriek “Boekaankondiging” een bijzondere vermelding, en wel een roman van de schrijfster Marie van Zeggelen (afbeelding) onder de titel “De zoon des huizes”. Het is één van de weinige romans uit de internationale literatuurhistorie waarin een apotheker – Evert Jan Breecamp – de hoofdrol speelt. “De apotheek zelf is wat op den achtergrond gehouden, maar de karakterbeschrijving van den vaderlandschen apotheker, vol belangstelling in toegepaste wetenschappen, betrouwbaar, een beetje bekrompen in de oogen van menschen met vrijere en te vrije opvattingen, is goed getekend”.

In een bericht van de Haagsche Chemische Kring treffen we de aankondiging van een causerie over het eindexamen scheikunde aan de H.B.S. met 5-jarigen cursus. Deze onderwijsvernieuwing van Thorbecke werd in 1863 van kracht en reeds in 1864 opende de eerste H.B.S zijn deuren in Groningen.  Het zou echter tot 1917 duren voordat deze middelbare schoolopleiding ook toegang zou bieden tot de studies farmacie en geneeskunde. Wie meer daarover wil weten leze “Wij van de HBS – Terug naar de beste school van Nederland”.

In het Jaarverslag van het Rijksbureau voor Onderzoek van Handelswaren over 1923 treffen we de volgende bijzondere vermeldingen:

  • Een monster cognac was lood- en tinhoudend geworden door bewaring in een met loodhoudend tin bekleeden bak
  • Een monster conserveermiddel Benzoftol bestond voor ca. twee derde gedeelte uit keukenzout en voor een derde deel uit natriumbenzoaat
  • Zinkwit was dikwijls loodhoudend zonder dat dit uit de aanduiding voldoende bleek

22 November 1924 – Bessensap uit de apotheek

Onder het kopje “Personalia” lezen we vandaag een bijzonder bericht over het 50-jarig jubileum als apotheker van collega J.J. Post te Rhenen. “Collega Post is steeds een der voormannen geweest op het gebied der bereiding van vruchtensappen en limonades (afbeelding). De oude traditie van vele apotheken als bereidplaatsen van bessensap  – zooals men ze nergens krijgt –  heeft hij hooggehouden”.

Heden ten dage is het aantonen van bloed in faeces tamelijk eenvoudig, gebruikmakend van immunologische principes, en wordt de gehele (oudere) bevolking daarop onderzocht. Maar in 1924 kenden we nog geen immunologie en moest bloed in faeces nog via elementaire “natte chemie” worden aangetoond. Daarover lezen we in de aflevering van vandaag waarbij een methode wordt beschreven die gebruik maakt van de blauwe verkleuring , die ontstaat wanneer bloed met benzidine, opgelost in ijsazijn  en waterstofperoxide, samengebracht wordt. En over de carcinogene eigenschappen van benzidine (blaaskanker) was toen evenmin iets bekend, de stof wordt sinds de jaren 70 in de vorige eeuw niet meer gebruikt.

Ook vandaag weer blijven de wereldwijde opiumproblemen de gemoederen beroeren en veel ruimte in het PW (9 pagina’s!) vragen, waarbij nu vooral de wantoestanden in het toenmalig China passeren, dat 90% van de wereldproductie voortbracht. “De burgerlijke Chineesche regering heeft op een zeer groot deel van het staatsgebied niets meer te zeggen en kan geen toezicht op het verbod tot opiumaanbouw uitoefenen, de strijdende generaals bevorderen de aanplanting ervan en de bevolking is te zeer door veel grotere rampen geplaagd dan dat de opiumbestrijding hen interesseert”. In China was toen, na het einde van het twintig eeuwen oude keizerrijk in 1912, de republiek uitgeroepen maar de Chinese Communistische Partij (CCP) begon vanaf 1920 aan de poorten van deze republiek te rammelen (daarbij geholpen door onze landgenoot, de communist Henk Sneevliet) en nam in 1949 de macht over.

15 November 1924 – Argyrie, een vergeten bijwerking

Soms bevat een droog analytisch-chemisch artikel, in dit geval over “Den toestand van het zilver in protargol en collargol”  een verrassend historische anekdote. “Bij de toepassing van zilvernitraat (helsche steen) wordt het zilverzout in het lichaam gereduceerd, en het metallisch zilver wordt dan in zeer fijnen toestand in de cellen uitgescheiden; in het bijzonder in de cellen aan de lichaamsoppervlakte zoodat de huid der patiënten op een onaangename manier donker wordt gekleurd. Deze zwartkleuring, “argyrie”, duurt soms jaren, soms het gehele leeven, en kan zoo sterk zijn dat men geheel zwart wordt (afbeelding). Zoo werd gemeld dat een veldprediker zoo lang met zilvernitraat werd behandeld dat hij geheel zwart was, zoodat de Koningin van Zweden, bij het zien van den man, verwonderd vroeg, waarom men een neger als veldprediker had aangesteld”.

Voor de geplande internationale opiumconferentie te Génève op 17 November heeft Rusland zich als deelnemer afgemeld om een tweetal redenen: “Op het gebied van den strijd tegen de verbreiding van verdoovende middelen gaat de Unie der Sowjet-Republieken allen Europeeschen volkeren vooraan en wijst zij op haar wetten waartoe de andere regeeringen niet durven over te gaan uit vrees voor particuliere belangen”.  Ook vond Rusland “dat in werkelijkheid, terwijl het voorgegeven doel is de bestrijding van de verbreiding van de verdoovende middelen, de verschillende landen streven naar een bevrediging van hun handelsbelangen en een verkrijging van zakelijke voordelen voor zichzelf”. Met name Nederland kreeg een veeg uit de pan: ”het voorstel van den Nederlandschen vertegenwoordiger leidt tot een monopolie voor de landen die cocaïnebladeren voortbrengen, waartoe Nederland in de eerste plaats behoort.”

8 November 1924 – Goud als tuberculostaticum

In deze aflevering lezen we over een “succesvolle” behandeling van tuberculose patiënten met een Deense vinding : “een goudcombinatie die kan worden ingespoten in de aderen, of de spieren en de bacillen in het organisme doodt”. Deze vinding zou voortborduren op de “ontdekking van den Duitschen dokter Robert Koch, die aantoonde dat goudzouten kunnen dienen als een vergif voor de tuberkelbacterien”. Het geneesmiddel, Sanocrysine c.q. natrium aurothiosulfaat (afbeelding) genoemd, wekte wereldwijd veel belangstelling , maar de kritische referent tempert de verwachtingen door te verwijzen naar eerdere  goudpreparaten voor de behandeling van tuberculose zoals Aurocantan (1914) en Krysolgan (1922) die later weer van het toneel verdwenen.

Toeval of niet, in 1924 werd ook de wereldklassieker “De Toverberg” van Thomas Mann gepubliceerd; over een tbc-sanatorium in Davos, waar het enige “geneesmiddel” een “Liegekur” was.

Ook wordt bericht over de historie van een ander geneesmiddel dat een langere levensduur kende, namelijk de wonderolie of ricinusolie; “een der meest geliefde geneesmiddelen onder de talrijke purgeermiddelen”. Wellicht één der alleroudste geneesmiddelen want het wordt al genoemd in de Egyptische Ebers Papyrus (1500 B.C.), maar ook de latere Grieken en Romeinen onderkenden de waarde van deze olie. In het Bijbelse Israël werd de olie ook gebruikt als vulling voor lampen. Voor de Bijbelkenners onder ons: dikke kans dat dit de olie was die figureert in de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial