16 juni 1923 – Vestigingsbeleid anno 1530

Deze aflevering van het Pharmaceutisch Weekblad werd grotendeels gevuld met het jaarverslag 1922-1923 der NMP. Daarvan is anno nu niet zoveel meer het lezen nog waard, wellicht met uitzondering van het ledental dat toen 686 bedroeg. Vergelijk dat met het huidig ledental dat nu 5.470 bedraagt. Op een bevolking die groeide van 7 naar 18 miljoen is dat zeker een relatief sterke groei te noemen.

Wel lezenswaard is een artikel van de gemeente-archivaris (H. Levelt) uit Bergen op Zoom (afbeelding) die uit zijn archief de “Ordonnancie opde Officien ende exercitien vande Apotecarissen cruyeniers en medecins” uit 1530 had opgediept. Daarin lezen we dan dat een apotheker zich alleen in de stad mocht vestigen wanneer aan de volgende voorwaarde was voldaan.  “Inden eersten dat van nu vortaen nyemandt en sal mogen exerceren doffitie van appothecarien, ten zy dat hy eerst en vor al sal wesen geadmitteert byden drossaet, schoutet,, borgemeesteren ende scepenen deser stadt ende dat doer die examinatie van den gezworen medicyn van dezer stadt (beëdigd stadsdokter) ende andere medicynen die hier woenen mochten, die welcke hem naerstelick onder vragen zelen, oft hy wel ende perfectelick onderkent alle cruyden, sayen, worttelen ende droogerye ende wetenen onderscheet tusschen die gheene die goet zyn of quaet. Item of hy weet die medicynen te wasschen, te verven, te drogen, te wrijven, te zieden ende te distilleeren na de rechte conste ende te plucken tot hueren gerechtigen tijde  ende te bewaeren als behoirt ende voort oft hy die wel weet te componeeren na de gerechtige descriptie”.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial