Onder het hoofd Beroepsbelangen lezen we een oproep aan apothekers om hun betrokkenheid bij de bereiding en aflevering van vaccins, sera, alsmede organo- en bacteriepreparaten zeker te stellen. Ook wordt daarin de situatie in andere Europese landen geschetst. In enkele daarvan moet die bereiding onder (mede)verantwoordelijkheid van een apotheker plaatsvinden (Frankrijk, Denemarken) terwijl in Spanje ook geneeskundigen en veeartsen die bereiding mochten uitvoeren, waartegen door de Spaanse apothekers dan weer krachtig werd geprotesteerd. In Nederland geschiedde de eerste serumbereiding onder leiding van een ingenieur (ir. W.C.M van Eeten) in zijn Bacterio-Therapeutisch Instituut; een private onderneming sinds 1895, die later opging in het RIVM.
Indonesië blijkt in die tijd een belangrijke bron van jodium te zijn geweest. Het kwam daar voor in bronwater op lokaties ten Noorden van de vulkanenreeks (afbeelding) en reeds in 1854 werd gestart met het winnen van dit jodium op industriële schaal. De uitvoer vond plaats als joodkoper, als joodkalium of als metallisch jodium, hoofdzakelijk naar Engeland, Nederland, Duitschland en China.
Met de kennis van nu lijkt het bericht uit Denemarken over Diasuline, ter behandeling van suikerziekten, een bericht uit een andere wereld. Het betrof namelijk een bereiding uit de alvleeschklier van varkens en was in tabletvorm verkrijgbaar tegen een lage prijs. Er zouden reeds proeven mee zijn gedaan in universiteitsklinieken in Noorwegen en Zweden. De kennis van nu vertelt ons dat insuline in het maagdarmkanaal van de mens wordt afgebroken, dus wat zouden die proeven dan hebben opgeleverd?