20 October 1923 – Wat is een neusbougie?

In de rubriek “Nieuwe geneesmiddelen en voorschriften” treffen we deze week wel een heel bijzondere vermelding, namelijk die van de neusbougie. Dit waren staafjes (Bacilla) doorgaans bereid  met glycerine en gelatine, bestemd voor toepassing in de neus. Maar er bestonden ook varianten met cacaoboter en met gom of tragacanth. Als werkzame bestanddelen komen we dan zinksulfaat, aluin, zilvernitraat of jodoform tegen. In de British Pharmaceutical Codex werden ze “Buginaria” genoemd.

Een andere vermelding in deze rubriek betreft Akineton (biperideen) een nieuw geneesmiddel van Hoffmann La Roche & Co. Anders dan de Buginaria heeft dit geneesmiddel wel het honderdjarig bestaan gevierd want het is ook nu nog in gebruik (RVG 02196). De indicatie is echter wel veranderd, aanvankelijk betrof die spierkramp, nu echter de ziekte van Parkinson en extrapyramidale stoornissen veroorzaakt door andere geneesmiddelen. Nu weten we dat biperideen een anticholinerge werking heeft maar of dat in 1923 ook zo was? Acetylcholine als neurotransmittor werd namelijk pas in 1921 ontdekt.

In een bijdrage over de geschiedenis van de oude Amsterdamse apotheek der Da Castro’s, in de Muiderstraat even voor de Hortusbrug, treffen we een vermelding van een ets van Rembrandt (afbeelding) waarop zijn kunstvriend, de apotheker Francen is afgebeeld.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial