In het verslag van de vergadering van het departement Gelderland lezen we dat dit departement besloot om de Vereeniging tot de Bestrijding der Kwakzalverij te steunen met een jaarlijkse bijdrage van ƒ 10. Deze vereeniging werd in 1881 opgericht door de gebroeders Bruinsma (afbeeldingen), drie jaar na de publicatie van hun brochure De kwakzalverij met geneesmiddelen en de middelen om haar te bestrijden. Gerard Bruinsma was arts, zijn broer Vitus scheikundeleraar. De nog steeds bestaande (en nuttige) vereniging mag zich daardoor beschouwen als de oudste sceptische organisatie ter wereld.
Een andere vereeniging “Handel en Nijverheid” had een vergadering belegd over de wetenschappelijke keuring van handelswaren waarin ook de ervaringen met de recent (1919) van kracht geworden Warenwet aan de orde kwamen. Voorafgaand aan deze wet hadden diverse gemeenten (n=15) zelf al initiatieven genomen c.q. een keuringsdienst van waren opgericht en vanaf 1919 waren die gebonden aan de bepalingen van de Warenwet. Rotterdam had daarbij de primeur en richtte reeds in 1883 zo’n keuringsdienst op. De praktijk was echter, zoals altijd, weerbarstiger dan het rechtssysteem omdat de wet een raamwet was, waar separate besluiten de eisen voor verschillende waren dienden te beschrijven. En in 1924 waren er nog maar 2 van deze besluiten van kracht. Eén voor brood en één voor papier. De keuringsdiensten volgden daarom voorlopig hun gewoone werkwijze. Tot aan de komst van Europese wetgeving laat in de 21e eeuw bepaalde deze Warenwet de eisen waaraan geneesmiddel-verwante produkten zoals cosmetica, vitaminen en voedingssupplementen dienden te voldoen.