26 april 1924 – Bordeaux mengsels – vinologie?

Nee, dit is noch farmacie, noch vinologie maar botanie. “Het sproeien van planten met de Bordeauxsche pap verhoogt vooral des nachts het transpireeren”. Deze pap was dan een mengsel van kopersulfaat, kalk en water. Daarvan bestonden 3 typen: een zure, een neutrale en een alkalische.

In een bijzonder bericht wordt gewag gemaakt van de “aanteekeningen die door den Utrechtsen apotheker Kethel zijn gemaakt, op poederpapiertjes,  ten tijde van het koningschap van Lodewijk Napoleon (1806 – 1810) in ons land. Deze koning koos Utrecht als residentie om onbekende redenen. Utrecht telde in dien tijd 31.000 inwoners en had weinig handel en nijverheid. Verschillende huizen werden door de koning aangekocht, met welken aankoop groote sommen gemoeid waren en dit betroffen panden aan de Drift, Wittevrouwenstraat en Mariaplaats”. De poederpapiertjes zijn uiteindelijk in de Rijksuniversiteitsbibliotheek gearchiveerd, maar of ze daar nog steeds verblijven…….. In een departementslezing (Rotterdam) spreekt collega Exler over “Doodgaan” dat wetenschappelijk gezien zou bestaan uit het afzetten van lipoiden op, en daardoor verharden van, de bloedvaten alsmede uit het uitvlokken van het protoplasma. Ter bestrijding van ziekte en doodgaan zou daarom meer verwacht moeten worden van physico-chemitherapie, dan van de oude organo-therapie. Het colloieden-gehalte daarvan zou de basis vormen van de werkzaamheid. Dit alles sluit aan bij de opkomst van de colloied-chemie in die tijd. In 1925 zou Zsigmondy (afbeelding) de Nobelprijs Chemie ontvangen voor zijn werk op het gebied van die collied-chemie

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial