Vandaag treffen we een uitgebreid referaat over haschish, toentertijd gekweekt in de Bengalen, en in Griekenland waar destijds grote “vrij groote fabrieken” bestonden in de plaats Tripoli(za) op Morea (afbeelding). Vanuit daar werd er vooral veel gesmokkeld naar Egypte, waar het opiumschuiven onbekend was, en de haschisch goed verkrijgbaar bleek. Echter ”de gevolgen van geregeld gebruik blijven niet uit, in Cairo zijn 18 – 20% van de krankzinnigen gebruikers van haschisch”. Tetrahydrocannabinol als werkzaam bestanddeel was toen nog onbekend en, geheel in de geest van de tijd, ging de aandacht meer uit naar een alkaloïde tetanocannabine. Er bestonden toen preparaten van haschisch in de vorm van een pasta, als (Turkse) bonbons of als pillen. Ook werd het (toen al) in cigaretten verwerkt.Bliksemzwart was toen een middel dat door schoenmakers werd gebruikt om bruine schoenen zwart te maken en vandaag lezen we daarvoor een waarschuwing. Naast de zwarte kleurstof nigrosine troffen we toen in sommige merken bliksemzwart ook de giftige stoffen aniline, toluidine, xylidine en benzidine aan. Ook werd aandacht besteed aan het 10 jarig bestaan van de “Vereeniging voor de geschiedenis der Genees-, Natuur- en Wiskunde. In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde werden ter ere daarvan een aantal opstellen gepubliceerd. Een tweetal curieuze daarvan wil u niet onthouden:· Het drinken van mensenbloed door lijders aan epilepsie· Het smoren van wanschapen geborenen