31 mei 1924 – Een Rietveld – Apotheek

In een bericht getiteld “s-Gravenhage – Een moderne apotheek” lezen we: “Tot dusver zijn over ’t algemeen de apotheken altijd ingericht naar het ouderwetsche voorbeeld, dat een fijne stemming gaf van oude tijden, althans van vriendelijke 18e– en 19e-eeuwse deftigheid. Maar de heer A.J. van Huffel, die een apotheek heeft geopend in de de Riemerstraat 115, hoek Elandstraat, heeft gemeend, dat in onzen tijd een apotheek evengoed als ieder ander interieur, modern (hier in de beteekenis van artistiek-modern) kan worden ingericht. Hij wendde zich tot den Utrechtsen Binnenhuis-Architect Rietveld, die een zeer eenvoudig, strakke en mooie oplossing heeft gevonden. In  strenge vierkante vlakken, wit, grijs en zwart, heeft Rietveld de interieurs van voor- en achterkamer en bibliotheek rustig en voornaam gehouden: in niets afwijkend van iedere andere apotheek dan door de rust van lijnen- en kleurenspel. Een heel gelukkige oplossing.”

Het grootste deel (17 pagina’s) van deze aflevering van het PW was gewijd aan de geneeskruidenteelt als zaak van algemeen belang. De 1e Wereldoorlog had het belang daarvan sterk vergroot en in reactie daarop werden in een aantal Europese landen proeftuinen voor geneeskruiden ingericht. In Nederland werd, als gevolg van de vrees dat door de Eerste Wereldoorlog niet langer voldoende hoeveelheden geneeskrachtige planten beschikbaar zouden zijn, in 1914 de Nederlandse Vereniging van Geneeskruidtuinen opgericht. Door deze vereniging werd toen in de cultuurtuin van de Technische Hoogeschool te Delft, ook een kweektuin voor geneeskruiden ingericht. Deze proeftuin werd echter korte tijd later, bij gebrek aan genoegzame belangstelling weer opgeheven.

Foto’s : Collectie Centraal Museum Utrecht / Rietveld Schröderarchief © Pictoright

Foto
Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial