Een historisch curiosum in de farmacie vormt de verkoop van brillen. In de huidige apotheek worden die niet meer aangetroffen, maar in de eerste helft van de vorige eeuw was dat niet ongebruikelijk in Europese apotheken (afbeelding). Ook Nederlandse apothekers deelden in die rage en in het PW van deze week treffen we de aankondiging van het opticien-examen op 31 october a.s.. Dit examen kende toen een mondeling deel, een schriftelijk deel en een praktisch deel. Voor dat laatste moest iedere applicant zijn eigen instrumenten op het examen meenemen voor de metingen door hem te verrichten. Toenmalige apothekers werd vanuit de NMP verzekerd dat het behalen van een opticien-diploma door hen “weinig moeilijkheden zal bieden”. Zo’n apotheker-optiker beschikte dan over een gangbare voorraad van ruim 60 monturen en ongeveer 200 typen glazen.
Daarnaast treffen we deze week een groot artikel over het plantenspecies Artemisia Cina Berg als belangrijk geneeskruid tegen ingewandswormen. Die toepassing is inmiddels obsoleet geworden maar de stof artemisinine uit het genus Artemisia heeft een geheel andere toepassing gevonden als geneesmiddel tegen malaria. En daarmee schaart deze plant zich in een illustere rij van potentiële wormmiddelen die uiteindelijk hebben geleid tot belangrijke geneesmiddelen voor andere indicaties zoals disulfiram (alcoholisme) en chloorpromazine (psychiatrie).
Ook over neosalvarsan lezen we in deze aflevering, toentertijd was de arseentherapie de enige beschikbare therapie tegen syfilis. En met de ontdekking van penicilline in de jaren veertig van de vorige eeuw werd ook deze therapie, met veel bijwerkingen door het arseen, obsoleet.